Bij een arrest van 25 juli heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) Spanje veroordeeld wegens laattijdige omzetting van de richtlijn van 1991 betreffende de behandeling van stedelijk afvalwater.

Het land moet een forfaitaire boete van 12 miljoen euro betalen, evenals een dwangsom van 11 miljoen euro per halfjaar vertraging zolang het niet in regel is.


Meer dan 18 jaar vertraging

Het HvJEU had deze inbreuk al vastgesteld in een eerste arrest van 2011. Spanje had tot 31 juli 2013 de tijd om aan het arrest te voldoen. Dat is echter niet gebeurd.

Als reactie op deze nalatigheid heeft de Europese Commissie in 2017 een nieuwe inbreukprocedure ingeleid.


Negen grote agglomeraties nog steeds niet uitgerust

Negen agglomeraties met meer dan 15.000 inwoners beschikten op dat moment nog steeds niet over adequate systemen voor de inzameling en behandeling van stedelijk afvalwater.

Volgens de Spaanse autoriteiten werd de volledige uitvoering van het arrest van 2011 pas verwacht tegen 2019, wat een vertraging van 18 jaar betekent ten opzichte van de deadline van de richtlijn: 31 december 2000.


Een verzwarende omstandigheid volgens het Hof

Het Hof oordeelde dat de uitzonderlijk lange duur van de inbreuk een verzwarende omstandigheid vormt. Spanje heeft de richtlijn dus niet alleen niet toegepast: het heeft dit op hardnekkige wijze gedaan, ondanks herhaalde waarschuwingen.

Rachida Boughriet, journaliste

Share This